Kleur in de ruimte
.
Interview met Jac Bisschops in Kunsttijdschrift KM
door Anton Staartjes
.
Jac Bisschops vergelijkt zijn beeldende kunst met muziek. In zijn werk denkt hij in ’klankkleuren’. ’Kleuren zijn te vergelijken met melodische akkoorden die een toon zetten. Bij de juiste afstemming van de kleuren ontstaat er een zuivere toon of klank. Deze klank is als trillingsveld in de ruimte aanwezig en kan de beschouwer bereiken’, zegt hij er zelf over.
Het is zijn ambitie als kunstenaar om met zijn beeldende kunst de ruimte in architectuur en gebouwde leef + werk omgeving te sensibiliseren.
Zowel zijn vrije als opdracht-gebonden kunstwerken kenmerken zich door het gebruik van minimale middelen en een strikte maatvoering. Een vaak subtiel kleurgebruik verzacht de strengheid van zijn abstracte beeldtaal.
De voorkeur van Jac Bisschops om -in opdracht- kunstwerken te maken die een relatie hebben met architectuur, is geen toevallige. Al vanaf zijn jeugd is hij geïnteresseerd in bouwkunst.
Bisschops wilde eerst net als zijn grootvader architect worden, maar koos uiteindelijk in 1974 voor de Academie Beeldende Kunsten te Maastricht, afdeling Schilderen en Monumentaal. ’Die heette toen nog Stadsacademie voor Toegepaste Kunsten en was een traditionele opleiding van vijf jaar’.
’Op de afdeling Monumentaal kreeg ik op ’ambachtelijke’ wijze onderricht in de ’oude’ technieken, waaronder: mozaïek, glas in lood, eitempera- en fresco-schilderen. Op de afdeling schilderen kreeg ik les in modeltekenen, portret en stilleven in olieverf’. (…) ’Daarnaast werd er degelijk onderricht gegeven in compositieleer en het bestuderen van de grote meesters uit de kunstgeschiedenis’.
’Langzaam maar zeker krijg je een zeer gevoelig en getraind oog’.
’Bij het eindexamen moest je laten zien, dat je zowel diverse basis-technieken in de uitvoering, als inzichten in de beeldende kunst hebt geleerd’.
’In 1981 ben ik naar Amsterdam verhuisd, de eerste vijf jaar woonde ik in een kraakpand. Het was de roerige en dynamische Punk- en New Wave tijd en inspirerende ontmoetingen met o.a. Peter Giele in Amok, Schaftlokaal Royaal, Aorta, Cultureel Genootschap De Donkere Kamer en de Roxy. Mijn favoriete uitgaans-club was ‘de Koer’ van Eddy de Clercq. In die tijd exposeerde ik mijn werk met andere jonge kunstenaars in diverse kraakpanden en kunstenaarsinitiatieven, o.a.: Aorta, Tetterode, Galerie Suspect en Galerie Aschenbach’. (….)
‘Samen met kunstenaar Jan Gehlen heb ik in 1984 het kunstenaarsinitiatief ‘De Selby’ – Een expositieruimte en ontmoetingspunt voor kunstenaars en kunstkenners – , opgericht. De eerste locatie was een ruimte gelegen in Hoptille-Bijlmermeer. Dit groeide in 1986 uit tot Galerie De Selby, gelegen op de Nieuwe Teertuinen, waar we tentoonstellingen organiseerden met o.a.: Thom Pucky, Jan Fabre, Jacob Gaststeiger, Arno van der Mark, Philip Akkerman, Klaas Kloosterboer, Franky Deconinck, Rik Lina, Ronald van Tienhoven en Fons Haagmans’.
Halverwege de jaren tachtig krijgt Jac Bisschops (via openbare inschrijvingen) in het kader van de % – regeling, kunstopdrachten in openbare gebouwen van de Rijksgebouwendienst en gemeentes. Met zijn beeldende kunst in architectuur en gebouwde leef + werk omgeving is hij terug bij zijn ’roots’.
Jac Bisschops: ’Een inspiratie-bron voor mij, zijn de inzichten van Dom van der Laan. Dat is de monnik-architect en oprichter van de ’Bossche School’. Van hem is o.a. het boek ’De architectonische ruimte’ met een opmerkelijke visie op architectuur en bouwkunst. Het klooster in Mamelis dat hij heeft gebouwd, ligt vlakbij Bocholtz (Zuid-Limburg), waar ik zelf vandaan kom. Ik heb hem ontmoet en samen een inspirerend gesprek over bouwkunst gehad. Zijn doel was een gebouw te ontwerpen, dat zo in elkaar zit, dat iedere plek in dat ’huis’ helder is. In de bouwkunst van Dom van der Laan onderga ik de kalme eenvoud van ruimtebeleving en lichtval, in combinatie met het gebruik van natuurlijke materialen, als poëzie.
Voor hem zit in een goed gebouw de kunst verweven. Voor mij is hij een belangrijke schakel in het denken over de verbinding tussen architectuur en beeldende kunst’. (…) ’Ook heb ik gedurende de jaren tachtig, dank zij de voortreffelijke tentoonstellingen in het Stedelijk Museum, de schilderijen en het gedachtegoed van Mondriaan, Malewich en Barnett Newmann zorgvuldig kunnen bestuderen. Naast bovengenoemde meesters, werden de films van Andrei Tarkovski, muziek van Arvo Pärt en de fresco’s van Piero della Francesca, grote inspiratiebronnen’. (…)
Een andere schakel in de ontwikkeling van Jac Bisschops zijn de vele reizen.
Hij bezocht o.a. Egypte, India, Ladakh-Himalaya, Mali, Marokko, Tunesië en Nepal. Daar kwam hij in contact met -niet westerse- culturen en religies. Het Zen-Boeddhisme en Soefisme vormen inmiddels een deel van zijn levensbeschouwing.
Jac Bisschops: ’Ik ben heel vaak in Egypte geweest. De eerste keer dat ik er kwam, werd ik meteen diep geraakt, (…), ik zag hoe gevoelig en helder bouwkunst kan zijn. De oud-Egyptische bouwmeesters hanteerden maateenheden die ontleend zijn aan het menselijk lichaam, zoals de voet, duim of el’. (…) ’De ruimte, een doorgang, de dikte van een muur, alles wordt via gulden snede verhoudingen bepaald. Mede door het gebruik van natuurlijke bouwmaterialen, ontstaat er een harmonisch geheel’. (…) ’Naast de oud-Egyptische bouwkunst heb ik veel inspiratie kunnen putten uit de traditionele Japanse zen-architectuur, waarin het filosofisch begrip ’Void’ (leegte) centraal staat’. (…)
’Het zijn o.a. deze inzichten, die er voor zorgen, dat ik bij het maken van een schilderij of een object, me niet beperk tot de ruimte die het kunstwerk zelf inneemt’. (…) ’Ik wil dat mijn kunstwerken een geheel vormen, -in en met- de ruimte waar ze zich in bevinden. Ik probeer ervoor te zorgen dat mijn werk als een ’fijn’ trillingsveld de ruimte kan sensibiliseren. Ik vergelijk mijn kunstwerken met klassieke muziek. Kleuren zijn te vergelijken met melodische akkoorden die een toon zetten. Bij de juiste afstemming van de kleuren ontstaat er een zuivere toon of klank. Deze klank is het trillingsveld dat in de ruimte aanwezig is en de beschouwer kan bereiken. Met de ervaring van het trillingsveld ontstaat er helderheid. Die helderheid kan een metafysische ervaring bij de beschouwer teweeg brengen. Een vrije – hier en nu – ervaring die mensen ook kennen als ze in contact komen met de ziel van de natuur, zoals een zonovergoten korenveld, de leegte van een woestijn of de stroom van een rivier’. (…)
Anton Staartjes

Wide Field

l.: Stream r.: Icon

Z.T. (House)

Resonance of Calm

De uren van het licht