Stilte-kapel in het nieuwe ziekenhuis AZ Maria Middelares te Gent

 

Ontwerp incl. kunstwerken: Jac Bisschops  2015

 

“Eenvoud en transcendentie vormen de kern van deze kapel.”

Jac Bisschops

Openingsrede – inwijding  Stilte-kapel AZ Maria Middelares door Mark Delrue    Gent 8 mei 2015

 

Authentieke materialen

Alles is met authentieke materialen uitgevoerd: eikenhout en esdoorn, brons, ijzer en goud, leemstuc, glas, wol en vilt, was en olie.
 Het altaar, het daglicht-raamwerk en vloer, tabernakel en ambo, voorgangerszetel en banken zijn van eikenhout, in warm okergeel.
 Voor deuren en gedeelde wand werd esdoorn gebruikt. 
In de kruisweg en het opstandingskruis ontdek je de kracht van bladgoud.

De korenaren die naar de parabel van de zaaier en naar het eucharistisch brood verwijzen, werden in brons gegoten.
 Wol en vilt, naast het comfortabel gebruik voor kniel- en zithouding, schenken een verwarmende energie. 
Met leemstuc (tierrafino duro), gevoelig zoals de huid van het lichaam, zijn de muren bewerkt.
Het ademt zacht. De haast onnoembare tint is Doverwit, zoals het coloriet van de krijtrotsen bij Dover.

 

Gulden snede en twee energiekrachtlijnen

Een diepte-as

De kruisweg is zo nauwkeurig in de ruimte geplaatst dat de 14e statie in rechte lijn een vis-à-vis vormt met het kleine stalen kruisje op het altaar en met het opstandingskruis aan de wand. De vijf wonden van Jezus, gesymboliseerd door bladgoud, worden bron van nieuw leven.

Een breedte-as

Deze tweede krachtlijn loopt vanuit het daglicht-raamwerk, met nis waarin het Mariabeeld staat, richting altaar naar de overkant met de vaas met bloemen. Deze zijn symbolen van gratuiteit, schoonheid en kortstondigheid, zoals het leven zelf, niet meer dan een ademtocht.

 

 

Gulden snede

De kapel werd in de gulden snedeverhoudingen geconcipieerd. Zo wordt alles met elkaar verbonden. De dikte van het altaarblad werd het uitgangspunt. Je mag het eindresultaat, de compositie vergelijken met een symfonisch orkest, waar alle instrumenten in onderlinge verbondenheid harmonisch samenspelen. De soberheid van expressie is als de stilte tussen de noten in de muziek.

Deze bidruimte getuigt van eenvoud en kracht als een stille hommage aan de cisterciënzercultuur en haar zusters, lange tijd werkzaam in dit ziekenhuis.

 

 

Daglicht-raamwerk

Dit raamwerk bevat 16 kleine ramen. Via hen vloeit het daglicht in zacht gebundelde lichtstralen de kapel binnen. Deze getemperde lichtbundels oriënteren de bezoeker naar tabernakel en altaar. 
Dit soort licht is een epifanie, een schijnsel met een openbarend karakter. Dit sfumato licht laat vermoeden dat er een ‘gene zijde’ bestaat, buiten de tijd. Door deze kwalitatieve oriëntering van het licht wordt elke bezoeker, patiënt, familie en personeel naar overgave, verlangen en hoop gericht en tot dankbaarheid genodigd.

In dit houten raamwerk huist het Mariaschrijn door het licht omhuld. Het raamwerk bevat, naast de nis met Maria en Kind, 16 kleine ramen. Rechts naast het beeld vind je 12 vakken. Dit aantal symboliseert de 12 apostelen. Links van de nis 4 vakken die het licht van de 4 evangeliën vertegenwoordigen.

 

De kruisweg

« La simplicité n’ est pas un but, mais on arrive à la simplicité en s’approchant du sens réel des choses. »   
C. Brancusi

Lijnenspel

Ieder paneel bestaat uit 3 horizontale banen (symbool voor het materiële), telkens doorsneden door een verticale baan (symbool voor het spirituele). De lichtinval op de verticale banen reflecteert anders dan in de horizontale, omdat de nerven van de houtstructuur nu eens verticaal, dan weer horizontaal lopen. Het geheel is een compositie van loodrechte en horizontale lijnen als wijzers naar hemel en aarde. Zij ontmoeten elkaar in het teken van het kruis. Zij dragen het litteken van het kruis. Beide elementen, horizontale of verticale balk, zijn steeds aanwezig. Zo drukken de panelen iets uit dat vorm, beeld en begrip ontstijgt.

 

Kleurensymboliek

“Elke kleur staat voor een klank”, zegt Bisschops. “Door de juiste afstemming van de kleuren wil ik een totaalklank bereiken die de ziel raakt.” Kleuren in combinatie met elkaar vibreren met bladgoud.
Goethe spreekt van ‘geestesogen’. Het oog blijft niet staan bij de oppervlakte van de dingen maar zoekt naar de het verborgen aangezicht ervan.

Vijf basiskleuren

Wit is symbool van het licht.

Zwart is symbool van de nacht.

Bruin kleurt Moeder Aarde.

Blauw staat voor onpeilbare diepte.

Goud staat symbool voor het hemelse licht.

Het verrijzeniskruis

De 14 kruiswegstaties van Jac Bisschops zijn meer dan memoria. Deze kruisweg loopt niet vast in de donkere nacht van Goede Vrijdag, maar mondt uit in het licht van paasmorgen. Jezus ging van donker naar licht, van dood naar leven, van kruis naar verrijzenis. Het zwarte kruis op het altaar gaat over in een wijd geopend kruis als gespreide armen naar alle mensen. Dit wordt verbeeld in het vijfschijven bladgoudkruis.

Hiermee is het perspectief van Pasen sterk aanwezig. De vijf gouden schijven vormen samen een kruis met een omhelzend en tegelijk ontvangend karakter, als armen breed uitstrekkend naar de mensenfamilie.
Alles mondt uit in een beeld van ongetemperd licht. In het licht van de Verrezene wordt alles hoop en verwachting.
In deze kapel worden verloochening en verwachting samen verbeeld. Hij overwon alle sterven.

 

Cupella

Op dit altaar staat een kaars in een poreus aardenwerken kommetje. Waarom? De edelsmeden gebruikten dit poreus kommetje (cupella) om goudmunten te vervaardigen. De minder edele metalen bleven aan de oppervlakte. Het goud droop druppelsgewijs door. Is dit geen goede metafoor voor deze bidruimte? Wij hebben nood aan geloof en beeldtaal waar onze geest van overtollige ballast wordt bevrijd en verlangen doet.

 

Vergeestelijking van het lijf en de verzinnelijking van de geest

Het artistiek project dat Jac Bisschops bracht, gedijt in liturgische dienstbaarheid. Deze kapel staat haaks op banaliteit. Het heeft met waardigheid van doen. Hier voeden de vergeestelijking van het lijf en de verzinnelijking van de geest elkaar wederzijds. In deze kapel ontdek je het geestelijk-zijn van de materie en het materie-zijn van het geestelijke. Dit uit zich ondermeer in de symboliek van de knielbanken en de herontdekking van het biddend knielen.

 

 

Eenvoud en transcendentie

In deze bidruimte gaat het meer om gegrepen te worden dan om te begrijpen; minder begrijpen met het verstand om te vatten met het hart. Hier huist een sfeer die stilte is en om zwijgen vraagt. Hier kunnen gebed en liturgie in hun schoonheid en in hun rijkdom, in de luister van edele eenvoud, opnieuw worden ontdekt. Hier groeit een kans tot ontmoeting met het mysterie, niet als vroom product, maar als oorsprong en bron van ons leven.

 

Is deze kapel geslaagd?

Het betreft hier een waardebepaling die krantenkritiek noch kunstcritici kunnen verslaan. Religiositeit is immers niet enkel met esthetische termen te verwoorden. Is deze kapel geslaagd? Ja, als mensen op zoek naar zingeving, vaak met meer vragen dan antwoorden, graag deze plek komen opzoeken. Wie behoort niet tot hen die zoeken en twijfelen?
Symbolen nemen ons niet mee op de vaak platgetreden wegen van het zelfverzekerde antwoord.

 

Zij leiden ons naar de nog onontgonnen grond van het eerlijk zoeken. Is het symbool niet de oervorm waarmee een vraag zich omkleedt nog voor we die als vraag herkennen? Rutger Kopland, dichter en psychiater, vertokt dit in een schitterende paradox: “Wie iets gevonden heeft, heeft slecht gezocht.”
Is deze kapel geslaagd? Ja, als bezoekers spontaan worden uitgenodigd tot inkeer en gebed. Mocht deze kapel een thuishaven zijn voor hen die bidden: “Heer, ik geloof, maar kom mijn ongeloof te hulp.”

Mark Delrue    priester – kunsthistoricus